Wat een rot nacht, bijna niet geslapen. Ik heb om half 9 een afspraak in het ziekenhuis voor controle, en ook al ben ik er voor 99% van overtuigd dat het goed zit ben ik toch erg zenuwachtig. Ik ga samen met mijn zus. Na een kwartier staan we weer buiten en alles is nog steeds hetzelfde, beter nieuws kan ik niet krijgen, maar toch voel ik me niet helemaal happy, er is toch altijd een heel klein beetje hoop dat ze zeggen dat ik helemaal beter ben. Die kans is heel erg klein maar toch, hoop moet je houden.
Op mijn hardloopschema staat voor vandaag 26 km. Het zonnige weer en een slechte nacht zijn geen goede combinatie voor mij. Ik begin vol goede moed met hardlopen, het gaat nog best lekker maar rond de 17, 18 km krijg ik het moeilijk, mijn gedachte neemt het over en dat is echt killing! Positief denken is het halve werk, dat geldt ook voor het ziek zijn, voor mij tenminste. We gaan een stukje wandelen om op adem te komen.
Als we weer gaan hardlopen zegt mijn pap dat we de korte route gaan nemen, ik ben zo opgelucht wanneer hij dat zegt. Om het laatste deel korter te laten lijken verdeel ik het in stukjes, deze keer helpt het niet echt en als ik bijna op het punt ben dat ik weer wil wandelen geeft mijn pap mij een doel: hardlopen tot de brug. Voor mijn gevoel is dat nog zoooo ver maar ik moet het volhouden van mezelf, ik ga niet erg hard maar ik haal het wel. Uiteindelijk staat er 22 km op de teller. Ik had niet gedacht dat ik ooit 22 km de korte route zou vinden.
Bron foto: Manons privécollectie