Onverwachts krijg ik de dag na de spoedoperatie te horen dat ik naar huis mag. Ik bel meteen mijn vriend met de vraag of hij me komt halen. Ontzettend blij ga ik me douchen en pak in al mijn spullen in. Normaal gesproken ben ik een geduldig persoon, alleen nu kan ik niet wachten tot mijn vriend er is. Ik ga op het stoeltje voor het raam zitten om te zien of hij er al aan komt. Heen en weer schuif ik een beetje zenuwachtig over mijn stoel. Alle spullen zijn al ingepakt, behalve de spullen die ik niet mag tillen. Ongeduldig begin ik te bellen, wat het natuurlijk alleen maar langer ophoudt. Als hij binnen komt, begint hij te vertellen hoe druk het verkeer in Amsterdam is. En dat hij erachter kwam dat hij het gebak voor het personeel was vergeten toen hij eindelijk vlakbij het ziekenhuis was. Nadat het gebak is afgegeven en we iedereen hebben bedankt, is het tijd om het pand te verlaten. Doordat ik mijn pijnstiller al voor de autorit had ingenomen, ging deze in een roes aan mij voorbij.

Eenmaal thuis aangekomen wacht ons een kleine verrassing. De vrienden die op ons huis hebben gepast en de katten hebben verzorgd, hebben ook de hele tuin verzorgd zodat ik lekker buiten kan zitten als het mooi weer is.
Toen ik uit het ziekenhuis vertrok had ik nog steeds mijn twee wonddrains. De eerste dagen moest ik de productie van het wondvocht bijhouden die via een plastic slangetje (de drain) in een plastic opvangpot terecht komt. Ik moest de beide drainopvangpotten dan ook overal mee naar toe nemen. Dat laatste ging nog wel eens mis. Soms vergat ik even dat er nog wat aan mij vast zat en dat leidde dan tot een doffe klap van een opvangpot die weer ergens vanaf viel. Gelukkig waren die plastic drainflessen vrij stevig. Toch verveelde die dingen me wel. Bij bijna elke beweging die ik maakte voelde ik de drains zitten, maar vooral slapen met die al dingen was een hele opgave. Na een aantal dagen mochten ze door de huisarts verwijderd worden. Samen met mijn vriend ga ik die middag naar de huisarts. We mogen meteen doorlopen naar een behandelkamer. Als de arts komt, vraag ik haar meteen om er iemand bij te halen om de drains er gelijktijdig uit te trekken. Dit vindt zij gelukkig ook een goed idee. Ik ga liggen op het bedje en zij gaan samen te werk. Ze tellen samen tot drie en in één ruk wordt een van de drains verwijderd, de andere volgt enkele seconden later met flink wat meer pijn. Links ging goed. Alleen rechts was erg pijnlijk, omdat deze zat vastgegroeid. Achteraf ben ik dus heel blij dat ze het gelijktijdig deden anders had ik de tweede niet meer aangedurfd!

Twee weken na de operatie volgt de uitslag over het verwijderde borstweefsel. Als de telefoon gaat neem ik zenuwachtig op. De mevrouw aan de telefoon vertelt mij eerst het positieve nieuws: de rechterborst is geheel vrij van kankercellen. In de linkerborst hebben ze de tumor onderzocht en deze heeft een grootte van 0.9 cm met eromheen wat weefsel met een voorstadium van borstkanker. Daarnaast hebben ze in de linkerborst nog een stukje weefsel met een voorstadium van borstkanker gevonden. Ik schrik hiervan, want dit had ik niet verwacht. Dit was ook nog niet gezien op een scan of echo! Een golf van opluchting voor mijn keuze van een beiderzijdse borstamputatie gaat door mij heen!

De tumor is dus 0.9 centimeter wat net op randje is van wel of geen chemotherapie. Het advies van het Antonius van Leeuwen ziekenhuis luidt om wel aanvullende behandeling middels chemotherapie toe te passen vanwege mijn jonge leeftijd en vanwege het feit dat er nog een stukje voorstadiumweefsel zat. Ik kan me vrij snel hierin vinden, een stukje overlevingsdrive denk ik. Mijn vriend heeft het er moeilijker mee.

 

Bron afbeelding: bit.ly/1S1WAul

< Vorige column Elja Volgende column Elja >